.JPG)
Van origine voel ik mij een zwerver die heel goed met mensen om kan. Met een plan ben ik zo bij mijn nieuwe baasjes beland op 18 maart 2009. Daags voordien even langs gelopen en bij de baasjes op de schoot gesprongen wanneer zij buiten op een bank zaten uit te blazen tussen enkele werken in. Ik was zo lief en helemaal niet schuw zodat zij dachten dat ik van uit de buurt moest zijn. Na een nacht van waken aan hun achterdeur bij vriestemperaturen, hebben ze mij geadopteerd. Niemand uit de buurt kende mij of zocht mij. Vriendjes te over, warmte en zoveel eten dat ik het allemaal niet op kon. Op zekere dag brachten ze mij bij de dierenarts om een poliep uit mijn oor te verwijderen. De dierenarts verdoofde mij, maar stelde vast dat ik een afwijking aan mijn borstkas had waardoor mijn kaarsje bijna was uitgegaan. Een andere vaststelling was, mijn blijde verwachting. Ik viel uit de lucht. Een kater moet mij in mijn slaap hebben besprongen. De sterilisatie, die gelijktijdig gepland was, werd dan maar uitgesteld tot na de geboorte en ik was blij om eindelijk te weten waarom ik mij zo ellendig voelde. Op 18 mei 2009 heb ik vier kleine katertjes op de wereld gebracht. Spijtig genoeg is er eentje na enkele uren gestorven. Het baasje heeft hem plechtig begraven op een rustig plaatsje in de tuin waar ik af en toe eens langs ga. De anderen heb ik zorgzaam opgevoed tot ze op hun eigen poten konden staan. Simba is nu bij een jong koppel in de buurt en Kamiel is gelukkig bij twee jonge mensen uit Kortenberg. Kochka, die zichzelf zal voorstellen, blijft bij mij. Mijn luilekker leventje gaat rustig verder zonder zorgen. En nu is het tijd voor een hapje.