Hoofdrolspelers

12 februari 2015

Silly kon niet meer ...

Sinds er eind 2013 darmkanker bij me ontdekt werd, waren de zorgen van de baasjes meer dan goed. Elke dag mijn pilletjes en ik kon ongehinderd mijn gang blijven gaan. Ik bleef ook aan het hoofd van het gezin. Geregeld orde op zaken zetten en verder mijn luilekker leventje leiden. In de tuin op jacht gaan naar muizen was mijn grootste hobby. Verleden jaar brak ik zelfs zonder het te beseffen een beentje in mijn achterpoot. Enkele dagen voorzichtig zijn was voldoende om terug mijn plan te kunnen trekken. Ik ben trouwens altijd het alfa-typetje geweest en mocht dus niets aan de anderen laten merken. Maar het ging eigenlijk al iets minder goed met me. In november en december 2014, weigerde ik nog te eten en te drinken. Ik nestelde mij in de zetel en kwam er niet meer uit. Ik voelde dat de kanker zich verder had gezet. Met de zeer toegewijde hulp en zorg van de baasjes kwam ik er weer bovenop. Ik voelde mij beter. Maar twee maanden later, begin 2015, kreeg ik diarree. Na een echografie bleek de darmkanker zeer ver gevorderd te zijn. Mijn verteringsproces nam af en ondanks het feit dat ik constant at en dronk, vermagerde ik zienderogen. De medicatie werd tot het maximale verhoogd, maar het mocht niet baten. Toen ik slechts drie kilogram woog, was het voor mij genoeg. De pijn werd me teveel en mijn krachten namen af. Eten betekende mest maken en mijn achterwerk begon te ontsteken, dus nog meer pijn. Ik was in een vicieuze cirkel terecht gekomen. Ik kon niets meer ophouden. De baasjes moesten constant poetsen. Ik staakte mijn pogingen om nog te eten en te drinken. Ik had wel zin en mentaal was ik nog sterk maar het had geen zin meer. Door op die wijze mijn wens kenbaar te maken en mij af te sluiten in mijn veilig iglootje, beseften de baasjes dat mijn tijd opraakte en na rijp en zeer moeilijk beraad lieten ze me op maandag 9 februari bij de dierenarts rustig inslapen. Ik lig nu in de tuin bij Zazou, Obelix en Ambiorix maar eigenlijk ben ik nooit ver weg.

Na een lang oponthoud ...

Geen nieuws, goed nieuws wordt er meestal gezegd, maar niets is minder waar. Afgelopen jaar, juni 2014, mochten we een 'nieuwe' poes verwelkomen. Een beetje onderkomen en verwaarloosd, dus zorgen genoeg. En ja, Obelix, een Britse korthaar, werd na twee operaties (een gezwel in de nek en tegelijk een castratie) weer helemaal de oude. Na een kort genezingsproces was het hek van de dam en begon hij de anderen uit te dagen om zijn plaatsje op de ladder te verkrijgen. Er was leven genoeg in huis en ook daarbuiten. Verkennend en genietend in de zon op een rustig plaatsje in de tuin. Na een tijdje was de hiƫrarchie bepaald en de rust teruggekeerd. Maar op een normale avond in augustus, net voor het avondeten waar hij zich zoals steeds present meldde, begon hij te hoesten en ratelende geluiden te maken. Hij bleek te stikken. Zonder twijfelen werd Obelix tegen een hels tempo naar de dierenarts gebracht maar onderweg leverde hij een felle doodstrijd. Hij stikte, na verwoede beademingen van de baasjes, in zijn eigen bloed. Reanimatie was niet meer mogelijk. Een tegenslag en weerom een zware dobber om te dragen. Ondertussen ligt hij in de tuin begraven naast Ambiorix, Zazou en Obelix. Elke dag brengen Kochka, Mambo, Silly en Cleo en de baasjes nog een groet aan hun beste vriendjes. Het ga je goed, jongen.

23 maart 2013

Allen vereeuwigd ...

Sinds kort bevinden we ons allemaal, ook wanneer we er niet zijn, op een prominente plaats in het huis. De baasjes hebben ons vereeuwigd en uitvergroot op doek. Je kan er niet naast kijken. De honden kunnen er niet aan uit en denken dat het aantal poezen is verdubbeld. Nu voelen we ons nooit meer eenzaam want de anderen kijken altijd mee of we bewonderen onszelf.

11 november 2012

Kochka krabt ...

Zalig om bij een deugddoend herfstzonnetje door de tuin te struinen, achter vallende bladeren te hollen, alle in de lucht hangende geuren op te snuiven en me eens flink uit te rekken aan een paal en tegelijkertijd mijn nagels te scherpen. Meer moet dat niet zijn. En wanneer de zon verdwijnt, verdwijn ik terug in mijn warme mand en herbeleef ik deze zalige momenten. Tot de volgende herfstwandeling.

24 oktober 2012

Rangorde ...

Sinds kort is de rust ten huize van ... weergekeerd. De strijd heeft enkele maanden geduurd, maar is eindelijk toch beslecht. Dat wij, katachtigen, een hoger niveau hebben dan honden is al langer bekend. Maar we zijn er met z'n allen in geslaagd dat ook thuis door te voeren. Met Silly op kop, lichtjes gevolgd door Mambo en Kochka, sluit Cleo de poezenrij. Hieronder komen Kira en Jessy, de honden. Het bewijs wordt elke dag geleverd wanneer wij voor de 'zwartneuzen' paraderen. Ze snuffelen maar blijven verstandig buiten het bereik van onze klauwende poten. 's Avonds liggen we te rusten in opklimmende volgorde. Jessy op de grond, Kira in de zetel en Mambo op de leuning erboven. Laat ons dat zo in de toekomst houden.

7 oktober 2012

Onze vereniging ...

We genieten van de mooie, zonnige dagen tijdens de nazomer. Iedereen zoekt zijn of haar vaste plekje op in de tuin. We wippen even over tot bij de buren, genieten van wat er rondom ons gebeurt, de vlucht en het gekwetter van de vogeltjes, de ritselende muizen, onze onderlinge schijngevechten en het uitrusten op de schoot bij de baasjes. Maar sinds kort hebben we ons vooral verenigd in een plaatselijk zangkoor. Cleo en ik, Kochka, zijn ermee begonnen. We zingen dat het een lieve lust is en ons repertoire breidt zich stilaan uit tot een volledig concert. Hopelijk kunnen de buren het waarderen.

19 februari 2012

Mambo in de ziekenboeg ...

Ik lig zoals elke dag te genieten op de trap en kijk naar de jonge poesjes die in de voortuin bij de overburen ravotten. Het zonnetje maakt me helemaal warm en ik kijk al uit naar de lente. Vanuit mijn hoge positie overzie ik de straat en de uitzonderlijke voorbijgangers.
Maar plots schrik ik op van iets, ik maak een beweging om weg te komen maar ik bevind me niet meer op de trap maar in de lucht. Ik begin te vallen, raak onderweg waarschijnlijk nog een balustrade en beland bijna zes meter lager aan de voordeur. Van de schrik ren ik terug de trap op. Ik laat hierbij een bloedspoor van fijne druppels achter. Eens terug boven druppelt mijn neus helemaal rood. Ik voel me niet lekker. Misschien beef ik nog van het bang zijn, een gevoel dat ik normaal niet ken. Ik ga languit liggen op de vloer. Mijn hoektanden doen pijn en het speeksel loopt uit mijn bek.
Mijn baasje zien zich genoodzaakt om met mij langs de dierenarts te gaan. Mijn lijf wordt door haar van voor tot achter nauwkeurig bepoteld maar ik vertoon geen pijn aan mijn ledematen. 'Een mogelijke lichte hersenschudding' luidt de uitslag. Een injectie cortisone tegen de pijn en ik kan terug mee. Ik moet ook enkele dagen een cortisone pilletje slikken om de zwellingen, moesten die er zijn, en de pijn te onderdrukken. Daarna zou ik er weer bovenop moeten zijn.
Thuisgekomen krijg ik de behandeling van een gehersenschudde. De kamer wordt bijna volledig verduisterd en ik mag geen bezoek. Ik nestel me op het grote bed en slaap. Het baasje komt geregeld eens binnen om te zien hoe ik het stel. Mijn spieren doen pijn waardoor ik mij snel neerleg. Mijn tanden doen nog een beetje pijn.
's Avonds heb ik gelukkig mijn eetlust en dorst teruggevonden. Ik waag me terug langs de trap naar beneden en probeer de draad weer op te nemen.
Gelukkig laten de honden mij met rust. Ik laat me verwennen. Hopelijk gaat het de volgende dagen alleen maar beter.