
De rust is weergekeerd. Iedereen slaapt. Nog moe van het opstaan, het uitrekken, het wassen en het ontbijt. Iedereen ligt opgerold, op de rug of hangend op zijn of haar lievelingsplekje variërend van bovenop de diepvries, in een iglo, in de zetel, op het bed, op de krabpaal, in een rieten mand, op de kleerkast, in de hangmat, op de trap, in een lege aardappelenbak, op de laptoptas, op de platendraaier, en ga zo maar door. Als het maar aangenaam en rustig ligt. 's Middags staan we nog eens op omdat we aan enkele behoeften tegemoet moeten komen. Onze grommende magen moeten gevuld worden waarna we ons nogmaals wassen om daarna een ander lievelingsplekje op te zoeken en vervolgens weer in een diepe slaap vallen. Alleen wanneer de baasjes thuis komen, worden we iets actiever. We weten dat we dan flink geknuffeld worden. Dat doet zo'n deugd, hoor. We kijken er al naar uit. 'Zucht en gaap', nu nog even dutten.